We verlieten Lima in zuidelijke richting. De wijken die we passeerden waren duidelijk armer dan de wijk Miraflores. Onderweg waren nog duidelijk de sporen van de aardbeving in 2002 te zien welke nagenoeg hele dorpen had vernietigd. Er waren nog steeds enorm veel bouwwerkzaamheden. De tijdelijke onderkomens bestonden vaak uit niet meer dan rieten wandenen dito dak. Dat kan omdat het bijna nooit regent aan deze zijde van de Andes. Het is een vreemde gewaarwording dat de woestijn van de bergen helemaal tot aan de zee door loopt. Toch is de lucht vochtig getuige de nevel waar we af en toe doorheen reden, maar door de lage temperatuur daarvan kwam er geen regen uit. Een stukje landinwaarts reden we over een pas en passeerden een riviertje met de trotse naam “Rio Grande” dat nagenoeg droog stond.
We nuttigden onze lunch in een oase, een pasje dat aan drie zijden was omgeven door terrasjes, appartementen en restaurants waarboven hoge zandheuvels uitstaken. Daar werd aan “sand surfing” gedaan, met een soort surfplank van de zandheuvels afglijden, wat niet iedereen goed afging. Af en toe reed met veel geweld een voertuig naar boven en weer omlaag waarin maximaal 10 passagiers konden plaatsnemen in kooiconstructie, allen vastgesnoerd in een driepuntsgordel. Gezien het “achtbaan effect” moet je dat niet vlak na de lunch doen.
Eindelijk komen we aan bij het vliegveld van Nazca. Daar de discussie over de verdeling van de groep over de vliegtuigjes, van 1 + 3 + 5 personen per vliegtuig kwamen we uit op 4 + 5 personen wat toch weer (4 + 1) + 5 personen werd toen we bij de vliegtuigjes stonden. Veel linkse en rechtse bochten om de fotografen en filmers aan de linker en rechterzijde van de vliegtuigjes de kans te geven om opnames van de Nazca tekeningen te maken. Om een raar gevoel in de maag te voorkomen moest je niet te lang door de zoeker van je camera blijven kijken.
De Nazca lijnen zijn geogliefen, tekeningen in het zand van de pampa’s van Jumana en Nazca in Peru. De tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen zijn in het woestijnzand van de hoogvlakte van Peru lang bewaard gebleven. De hoogvlakte is een van de droogste gebieden op aarde met een gemiddelde jaartemperatuur van 25 graden Celsius. Het is er bijna altijd windstil en er valt vrijwel geen regen, zodat de lijnen duizenden jaren bewaard bleven.
Het hotel lag vlak bij het vliegveld en was alleen via een hobbelig zandweggetje te bereiken. Daar aangekomen bleek het een paradijsje, een labyrint van gangen met aan beide zijden de kamers. Er stonden prachtige bloeiende planten en het was omgeven door een prachtige tuin met bloeiende planten en fruit. Op een grasveldje lag een lama die zich niet door de gasten liet storen.