Cultuur reis Peru en Incatrail naar Machu Picchu, Zoutmijnen van Maras – Ollaytaytambo – Pisac.

De dag begint met een bezoek aan de zoutmijnen van Maras, gelegen in een zijvallei van de Urubamba vallei “Heilige vallei”, dat al in gebruik was door de Inca’s. Het zout komt van een stroompje dat met een zeer hoog zoutgehalte uit de bergen komt. Via een stelsel van goten dat door stenen kan worden afgesloten loopt het zoute water wekenlang langzaam in mijnen of reservoirs van ca. 10 – 15m 2 waar het water verdampt met achterlating van zoutkristallen die langzaam overgaan in een harde dikke korst. Wanneer deze voldoende dik is wordt ze kapot gestampt en met een plankje tot een hoop geschraapt, in een zeef gefilterd, op een hoop gedroogd en uiteindelijk in zakken van 40 – 50kg gedaan welke, balancerend over smalle dijkjes, vaak door jonge kinderen nog, naar depots worden gebracht. Het zout heeft verschillende kwaliteiten, het bovenste deel van de korst is wit, maar hoe dichter van de bodem geschraapt wordt het geel van het zand er onder. Het meeste van het zout wordt gebruikt voor het vee, een deel wordt gemengd met jodium en is daarna geschikt voor menselijke consumptie. De mijnen zijn eigendom van families waarvan sommige meer dan een mijn kunnen bezitten. Het zoute water dat niet wordt benut stroomt in de Urubamba rivier.

Het volgende bezoek was aan de indrukwekkende site van Ollaytaytambo, een gigantisch terrassencomplex waar het nog een hele klim was om boven te komen. Het complex was nog niet voltooid. Dat was te zien aan de stenen die nog niet geplaatst waren en de uitsteeksels, nodig voor het bevestigen van het touw voor het slepen en hijsen van de stenen, die bij sommige geplaatste stenen nog niet waren verwijderd. Natuurlijk was een dergelijk complex nooit af maar ook waren er vaak onderlinge conflicten die de bouw vertraagden en uiteindelijk kwamen de Spanjaarden. Ollaytaytambo is de laatste plaats waar de Inca’s zich tegen de Spanjaarden hebben verzet:

 1492: Columbus ontdekt Amerika.

 1532: De conquistadores arriveren in Peru.

 1535: De (laatste) slag bij Ollaytaytambo.

Ricardo vertelde het verhaal van de boerenzoon die met een prinses wilde trouwen wat uiteraard niet kon vanwege het standsverschil. De boerenzoon ging in het leger en wist zich op te werken tot kapitein zodat hij uiteindelijk met de prinses zou kunnen trouwen. Het prille geluk werd verstoord door de conquistadores, de Spaanse veroveraars, en sneuvelde hij in het gevecht waarbij het Koninklijke gezin met de prinses wist te ontkomen.

Het laatste bezoek was aan de ruïnes van Pisac, helemaal aan het andere einde van de heilige vallei. Alweer een groot terrassencomplex met daarbij een dorp waar de werkers woonde, de edelen woonden iets hoger. Voor de toegang was een prachtige fontein welke werd gebruikt voor spirituele baden. Ook hier kon door afsluiten van de goten worden bepaald in welke richting het water moest stromen. Er was een steen die als zonnewijzer diende en als indicator voor de seizoenen waarmee men kon aangeven wanneer er moest worden gezaaid, geoogst, enz. Bij de fontein was een trapvorm met drie treden waarvan Ricardo de betekenis uitlegde: Condor, Poema en Slag of Zon, Maan en Moeder Aarde.

De omgeving van Cuzco, in het bijzonder de heilige vallei is en was zeer vruchtbaar dat een overschot aan voedsel opbracht dat mogelijk de basis was van de expansie van het Incarijk. Het kon worden gebruikt om legers te bevoorraden maar ook om, door middel van ruilhandel, uitbreidingen van het rijk te “financieren”.

’s Avonds tijdens het diner wederom de traditionele muziek en dans, in dit geval dansen uit de omgeving van Cuzco en muziek eerst uit de omgeving van Cuzco maar alter ook andere Zuid- Amerikaanse landen. Verschil in smaak blijkt slechts een enkeling dit waardeert maar de meesten liever de transcripties van westerse klassieke muziek hoorden.