Wandelreis in Nepal

In de periode van 27 april t/m 19 2012 mei zijn Jan Bakx, Ruud van Dijk, Mark Wagenaars, Frans van de Pasch, Colin en Christjan Schalken naar Nepal geweest. Filmpje

Het doel was de top van mount Meru te halen, hieronder het verhaal opgetekend door Mark Wagenaars.

vrijdag 27 april .. zondag 29, april 2012, Boxtel -Kathmandu

Het is vrijdag middag zo rond de klok van drie uur. Na ongeveer drie kwart jaar aan voorbereiding en planning
is het eindelijk zover. Onze vakantie met als doel het bedwingen van de 21247 voet hoge Mera Peak in het
Anapurna gebied in Nepal gaat beginnen. Het regelen van een dergelijke trekking heeft wat meer voeten in de
aarde dan het boeken van een gemiddelde reis. Naast het zoeken van een reisorganisatie die ons vooral de
lasten uit handen kan nemen is het ook belangrijk een organisatie te vinden die een naar onze mening
verantwoord klimschema hanteert om de kans op succes zo groot mogelijk te maken. Christjan ontpopt zich
tot verbindingsofficier als hij maanden lang het contact met Nepal onderhoudt. Ook hebben we regelmatig als
klimgroep overleg over bijvoorbeeld benodigde materialen. Er zijn veel factoren zoals fysieke gesteldheid en
het weer waarop we geen invloed hebben. We trachten echter wel zoveel mogelijk zaken waarop we wel
invloed hebben goed te regelen en te organiseren. Goed voorbereid op pad gaan is immers het halve werk.
Laten we het officiële startpunt leggen op 51º35’28’’ N en 5º18’35’’ O. en ons doel 7565 kilometer
hemelsbreed verder in het imposante Himalaya gebergte. De eerste etappe brengt ons naar Venlo alwaar we
per trein naar het vliegveld van Frankfurt vertrekken. Het weer in Nederland is al weken druilerig en
regenachtig, maar gelukkig laat de zon zich vandaag ook goed zien. Dit geeft meteen een vakantie gevoel. In
Düsseldorf stappen we over op de ICE hogesnelheidstrein. Het stuk Duitse techniek weet de 300 kilometer
per uur steeds net niet te halen; de teller blijft steken op 294. Als we aankomen op de luchthaven voelt het
benauwd aan zodat we nu al de nodige zweetdruppeltjes produceren. We zijn ruim op tijd aanwezig voor het
gebruikelijke lijstje handelingen: bagage inchecken, inchecken, handbagage controle en douane. Het toestel
is niet vol zodat we met voldoende ruimte een ontspannen reis hebben. Het eten van een groen pepertje zorgt
bij mij wel voor een acute aanval van de hik. Toen ik in 2005 naar Afrika ging maakte ik voor het eerst kennis
met het fenomeen dat ik met m’n zware bergschoenen niet door de metaaldetector kon zonder toeters en
bellen te doen afgaan; deze traditie zet ik deze vakantie voort.
Op de luchthaven van Delhi zien we hoe een glazenwasser keurig gezekerd aan een touwtje op een paar
meter hoogte z’n werk doet. Het touwtje is alleen dusdanig lang dat een val resulteert in een klap op de grond
alvorens het touwtje z’n werk kan doen. Maar de Arbo regels zullen in India wel niet zo spits zijn. In Delhi
moeten we enkele uren stukslaan voordat we met een korte vlucht het laatste stukje naar Kathmandu
afleggen. Als we op short final zitten van Kathmandu airport zie ik nog net een hangar van een kleine
luchtvaartmaatschappij genaamd Boeddha Air voorbij flitsen. Deze maatschappij wordt vast en zeker erg
goed beschermd. Het is geen extreem lange baan en na de landing wordt er flink geremd en gaan we vol in
de reverse om voor het einde van de baan stil te staan.
De oude gammele bus die gereed staat om ons van het apron naar het luchthaven gebouw te brengen doet
denken aan Afrika. We gaan er vanuit dat het regelen van het visum wel enige tijd in beslag gaat nemen. Stap
één van een onbekend aantal stappen is het invullen van een aankomst kaartje. Het visum aanvraag formulier
hebben we al tijdens de overstap in Delhi ingevuld. We zijn gelukkig één van de eerste groepjes die
aangekomen zijn dus de rij bij de immigratiedienst is kort. Er zitten 4 mensen op een rij die ieder een deel van
het administratieve proces op zich nemen. Jan en Frans mogen als eerste Nepal in en gaan alvast onze
bagage verzamelen. Als de rest ook een visum heeft weten te scoren staan Jan en Frans al met onze plunje
balen op twee karretjes te wachten. Het heeft misschien een klein half uurtje gekost van de landing tot nu. We
zijn zeer verheugd dat het zo snel is gegaan. Als we op straat staan kunnen we zo snel niet de afgevaardigde
van Nature Trail vinden die ons zou opwachten. Dit leidt meteen tot hordes opdringerige mensen die ons een
taxi in willen krijgen. Wanneer we echter de naam Bishnu, de eigenaar van reisbureau Nature Trail dat onze
trekking organiseert, laten vallen wordt er snel wat heen en weer gebeld en in een mum van tijd komt er een
taxi busje voorrijden om ons naar het hotel te brengen. Een hartelijk Namasté (ik groet het goddelijke in u) en
het omhangen van een bloemenketting volgen. Het verkeer maakt een erg chaotische indruk en we maken
voor het eerst kennis met het voortdurende getoeter door alles dat rijdt. Het Thamel Eco Resort is een prettig
hotel met een binnentuin waar je direct geen last meer hebt van alle drukte en getoeter. We zijn allen wel wat
vermoeid van de lange reis want er wordt heel wat af gegaapt. Voor het eten gaan we nog even lopend de
buurt verkennen. De wijk Thamel is een toeristenwijk en de straten worden bevolkt door ontelbare winkeltjes
en ook op straat probeert men van alles en nog wat aan je te slijten. Tijgerbalsem ligt blijkbaar goed in de
markt want we worden tig keren aangesproken of we interesse hebben in het goedje. Tijdens onze
verkenningsmissie vinden we een restaurant dat voldoende vertrouwen uitstraalt om te gaan eten. Je moet
erg goed oppassen wat je eet maar als je weer te paranoïde bent kun je in feite alleen nog maar op een
houtje bijten. Voor het luttele bedrag van 40 euro kunnen we gezessen dineren. Tijdens de trekking leggen we
ons zelf vrijwillig droog maar omdat we morgen slechts een regel dag hebben gunnen we ons zelf de nodige
biertjes. De avond is nog lang en we doen ons best om zolang mogelijk wakker te blijven. Je kunt wel lekker
vroeg naar bed gaan na een lange reis maar dan lig je weer midden in de nacht in je bed te stuiteren.
Na zo’n lange reis wil het slapen wel lukken. De volgende morgen worden wij rond de klok van half tien
opgehaald om naar het kantoor van Nature Trail te gaan voor het afwerken van de laatste formaliteiten. We
worden hartelijk welkom geheten door Bishnu. Hij geeft ons de nodige adviezen om de trekking tot een
succes te maken. De meest belangrijke is het hebben van een positieve mindset en goed gefocust blijven op
het doel. De onbewuste geest speelt een belangrijke rol ook in het leveren van wat op het eerste gezicht
alleen een fysieke prestatie lijkt. Ook al verkeert het lichaam in een staat om een bepaalde prestatie te
leveren als de onbewuste geest er geen zin in heeft dan wordt het moeilijk. Dit geldt ook voor het hardlopen
waar door het trainen van de geest het lichaam veel beter in staat is tot het volle potentieel prestaties te
leveren.
Ook wordt geadviseerd geen vlees te eten op de berg tenzij je zeker weet dat het vlees ’s middags nog
gewoon rondliep. Als Bishnu zegt dat onze vlucht naar Lukla de volgende morgen om half zeven in de
ochtend vertrekt dan vragen we toch echt even of we het goed gehoord hebben. Het is de eerste en daarmee
ook de meest gewilde vlucht die Bishnu speciaal voor ons heeft geregeld. We maken ook kennis met onze
hoofdgids Onchu die ons gaat begeleiden op onze trekking. Hij loopt met ons mee naar het hotel om onze
uitrusting te controleren. We zij allen prima uitgerust en hebben alleen nog dons jassen, slaapzakken en
kunststof schoenen met bijbehorende stijgijzers op het nog te huren verlang lijstje staan. We krijgen het
advies om zowel de kunststof schoenen als de stijgijzers in het Mera Peak base camp te huren; dat scheelt
weer een hoop gesjouw op de berg. Ruud leeft echter letterlijk op grote voet en gaat z’n schoenen wel in een
plaatselijk winkeltje huren.
De rest van de dag wordt zeer nuttig doorgebracht met hoofdzakelijk luieren; het is per slot van rekening
vakantie. Als Onchu in de namiddag langskomt voor het huren van de dons jassen en slaapzakken vragen we
toch nog even bevestiging of we zeker de schoenen en stijgijzers in base camp kunnen huren. Onchu is niet
meer zeker van z’n zaak omdat we naar Nepalese maatstaven toch wel grote voeten hebben en hij twijfelt of
onze maten wel aanwezig zijn op de berg. Nu zijn we enkele uren bezig om in verschillende winkeltjes alles te
huren wat we nodig hebben. Onchu is de rust zelf ook al kost het erg veel tijd. Enkelen binnen de groep zijn
nog niet gewend aan de rust van Nepal en raken ietwat geïrriteerd door de rustige wijze waarop Onchu alles
oppakt. Het is een groot verschil met het gehaaste en geplande leven van het Westen en het kost sommigen
wat tijd om de Nepalese flow te vinden. Ruud weet een verkoopster nog aan het lachen te maken als hij
uitgebreid op de grond zijn slaapzak gaat passen. ’s Avonds zet ik nog een uitgebreide zoektocht op touw
naar m’n compressie kousen die ik gelukkig weer boven tafel weet te krijgen.

maandag 30 april .. dinsdag 1 mei, Lukla -Chutanga

Als we ’s morgens vroeg onderweg zijn naar het vliegveld lijkt het onderweg wel een oorlogsgebied met als
enige verschil het ontbreken van kogelgaten en bomkraters. Waarschijnlijk is het de bedoeling dat de weg
verbreed gaat worden en daar moet dan alles wat min of meer in de weg staat voor wijken. Tijdens het wegen
van de bagage blijken we als groep 65 kilo te zwaar te zijn. Voor enkele tientjes mag de extra bagage ook
mee. Er wordt heel wat in het Nepalees overlegd en hoewel we er niets van verstaan krijgen we wel het idee
dat niet alles volgens plan gaat verlopen. Onchu geeft aan dat hij met de bagage van Frans en mij met de
volgende vlucht richting Lukla komt en dat Kami, onze assistent gids, met ons zessen naar Lukla zal vliegen.
Ik ben hier niet zeer content mee want ik moet nog zien dat alles inderdaad op tijd met de volgende vlucht
arriveert. Onze plaatsen op de eerste vlucht van de dag blijken te zijn ingepikt en wij zijn ingepland voor de
volgende vlucht. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld als we enkele uren moeten wachten op het
toestel van Agni Air dat een pendel richting Lukla verzorgt. Uiteindelijk arriveert de tweemotorige Dornier, een
toestel uitermate geschikt voor STOL (Short Take Off and Land) operaties. Lukla airport behoort tot de
gevaarlijkste vliegvelden te wereld op een hoogte van ruim 2800 meter met een baantje van slechts 460
meter. Het is een korte vlucht waarbij we de enorme Himalaya reuzen kunnen zien liggen. De landing duurt
erg kort. Boem, en je staat op de grond. En dan flink remmen om voor de muur tot stilstand te komen.
Als we op de bagage aan het wachten zijn zie ik mijn duffel. Hoera, m’n bagage is er, weer een zorg minder.
Ook Frans’ duffel is met deze vlucht meegekomen dus we zijn min of meer compleet. Alleen onze hoofdgids
Onchu ontbreekt nog. Lukla is een klein, vriendelijk gehucht waarvandaan vele trekkings en expedities
beginnen. Het straalt een enorme rust uit in vergelijking met het eeuwige getoeter in Kathmandu.
We lopen naar een lodge waar de dragers onder leiding van assistent gids Kami de pakketten klaarmaken
voor onze dragers. Ook hier blijken we te zwaar te zijn. Maar als we aangeven dat we zelf ook een deel op
onze nek nemen is het prima. Het zijn enorme pakken die voor iedere drager bestaat uit 2 duffels met nog wat
extra’s voor algemeen gebruik. Deze jongens dragen zeker 35 kilo naar boven en hoewel Bishnu heeft
aangegeven dat we ons zeker niet bezwaard moeten voelen omdat ze dit gewend zijn hebben we erg veel
respect voor deze jongens.
Er gaan enkele uren overheen voordat we rond half twee kunnen beginnen aan de eerste etappe van rond de
vier uur die ons naar Chutanga zal brengen. De tocht gaat over een prima begaanbaar pad dat leidt naar ons
eerste kamp op ruim 3000 meter. We lopen deze etappe op ons “Alpen tempo” wat concreet inhoudt dat we
een aanzienlijk hoger tempo hebben dan op de Kili of Aconcagua. De omgeving is prachtig en we genieten
met volle teugen. Rond de 3000 meter lopen we door een schitterend bos met bloeiende
Rododendronstruiken. Je hebt eigenlijk niet het gevoel dat je rond de 3000 meter aan het wandelen bent.
Onderweg hebben we veel korte rustmomenten zodat onze dragers kunnen aansluiten. Onze gids Kami is erg
zorgzaam want als Jan als kopman een stroompje wil oversteken over een gammel bruggetje wordt hij direct
tot stoppen gemaand zodat hij iedereen kan helpen met veilig oversteken. De tocht verloopt voorspoedig en
voelt veel minder zwaar aan als in de Alpen. Het feilt dat er in de Himalaya op deze hoogte nog begroeiing is
kan hierin een rol spelen. In de schemer worden de tentjes voor ons opgezet en ook zorgt onze crew prima
voor de inwendige mens. Wat mij erg opvalt, is dat Kami altijd bij ons in de buurt blijft als er eten en of drinken
wordt gebracht. Vermoedelijk wil hij zich ervan vergewissen dat we goed blijven eten en drinken wat
essentieel is voor de 2 weken durende trekking. ’s Avonds liggen er al vroeg 6 gelukkige Nederlanders in drie
tentjes te slapen. Morgen onze (welverdiende) rustdag.
De eerste nacht in m’n tentje heb ik het koud. De gehuurde slaapzak zou geschikt moeten zijn tot min twintig
graden, maar het is nog boven het vriespunt en toch heb ik niet erg warm gehad, of beter gezegd koud. Als
we ons tentje uitkruipen, zien we Jan spierwit bij zijn tentje staan. Niet omdat hij zwak ziek en misselijk is
maar omdat er een scheurtje in z’n slaapzak zit en hij onder de donsveertjes zit. Halverwege de morgen
vertrekken we voor onze acclimatisatie tippel. We klimmen rustig een tweehonderdtal hoogte meters boven
het kamp om daar in alle rust te lunchen en te genieten van de omgeving. Het is nog vooraan in de middag
als we weer terug zijn in het kamp. We brengen de rest van de dag door met rusten, eten en drinken. Volgens
de planning had Onchu zich vandaag bij ons moeten aansluiten maar die vlieger gaat niet op. Oorspronkelijk
stond voor de dag van morgen een lange tocht gepland die ons over 2 passen naar het volgende kamp op
4300 meter zou brengen. Dit zou voor onze dragers een loodzware tocht worden dus er wordt gekozen voor
een tussenliggend kamp op 4000 meter. Voor de etappe staat vier uur gepland maar dit wordt door Kami al
snel bijgesteld naar drie-en-een-half uur. We lopen zoals zo vaak het geval is te hard. En we doen zo ons
best om rustig te lopen.

woensdag 2 mei Chutanga -Khartang

Vandaag krijgen we een constante gestage klim voor onze kiezen zodat er onderweg weinig ruimte is om
onder het lopen te herstellen. Ook vandaag blijven we in de begroeiing, zelfs nu we langzaam richting de
4000 meter gaan. Na twee-en-een-half uur bereiken we een paar eenvoudige hutjes. Als we vragen: “Are we
there?” wordt hierop bevestigend geantwoord. Weer een beetje te snel. We zijn allen erg gefocust op ons
fysiek welzijn zodat viscositeit en kleur zelfs een onderwerp van gesprek wordt. Dit is voorlopig het laatste
moment waarop we nog contact kunnen hebben met het thuisfront zodat er nog snel wat gebeld en ge-sms’t
wordt. We zitten op de grond in onze eettent en voor het rikken wordt een statafel gemaakt van een
omgedraaide draagmand en een dienblad want gerikt moet er worden. Vandaag sluit onze hoofdgids Onchu
zich bij ons aan.

donderdag 3 mei Khartang – Lama lodge

Het einddoel van de dag is ’s morgens nog niet bekend. We zien wel waar we uitkomen. In ieder geval
moeten we twee passen over van 4300 en 4600 meter dus het wordt stevig klimmen vandaag. Colin is in één
nacht tien jaar ouder geworden zodat het leeftijdsverschil virtueel wat dichter bij elkaar komt te liggen. Geen
tijd voor rustig inlopen vandaag maar direct worden we naar boven geschopt richting de pas. De vorige dagen
gingen bij ons van een leien dakje maar vandaag voelt het serieus aan. Als we boven op de pas zijn begint
het te sneeuwen en te waaien. Als het tijd wordt om te lunchen gaat onze crew uitgebreid een het kokkerellen
in de sneeuw. Het wordt een uurtje met regenjas en handschoenen aan staan, zitten en eten terwijl de wind
vrolijk zijn wek doet. De etappe gaat verder en de lol gaat er bij iedereen langzaam vanaf. We vragen
regelmatig hoe lang we nog moeten lopen en steeds blijken de schattingen achterhaald te worden door de
realiteit. Ons moraal gaat er steeds meer onder lijden. De sneeuw zorgt ervoor dat een goed pad glad en
frustrerend wordt. Omdat we zelf werkelijk geen enkel idee hebben waar we naar toe moeten en fysiek flink in
de reserves moeten tasten komt er een moment waarop we mentaal onze grens bereiken. Het laatste deel
richting de lodge loopt door een bos wat door de sneeuw wel een sprookjesachtig karakter krijgt. Na ruim acht
uur zijn we er eindelijk. Colin, Frans en ikzelf zijn door onze reserves heen. Ik doe niets anders meer dan in
m’n slaapzak kruipen. Ik heb zelfs geen honger meer. Als ik even later wat geritsel hoor denk ik dat m’n
klimmaatje wat in de bagage aan het rommelen is. Wat gekriebel over m’n gezicht geeft een betere verklaring;
we hebben muizen als huisdieren. Eten gaat me vandaag echt niet meer lukken zodat ik maar een blik
Fantomalt aansla. Wat van dit koolhydraat rijke poeder in een aantal koppen thee is alles wat ik weg krijg.
Iedere calorie die ik binnen krijg is weer mooi meegenomen. De geplande etappe van morgen, geraamd op
zes uur, zal gesplitst worden. Om acht uur is het bedtijd, tijd om te herstellen.

vrijdag 4 mei Lama lodge -Kothe

Gisteren zorgde de sneeuw nog voor frustratie, misstappen en soms wat inwendig gevloek. Vandaag maakt
de sneeuw dat we ons in een sprookjesbos bevinden. Een goede nachtrust in een lodge in plaats van een
tentje heeft iedereen goedgedaan. De zware dag van gisteren is goed verteerd. Nepalees vlak is de term voor
het pad door het bos dat we vandaag lopen. In essentie blijf je ongeveer op dezelfde hoogte terwijl je steeds
aan het klimmen of dalen bent. Na ongeveer tweeëneenhalf uur komen we bij Kothe, een klein gehuchtje op
ongeveer 4200 meter. Bij de ingang van het gehucht hangt een kort schrijven over geneeskunde. Niet over de
moderne geneeskunde maar geneeskunde gebaseerd op het herstel van balans. We mogen even genieten
van de zon alvorens deze plaatsmaakt voor bewolking met regen. Wij zitten gelukkig letterlijk hoog en droog
in een lodge. Nu hebben we ook de luxe van een kachel die het een stuk aangenamer maakt.
Onchu vertelt ons over twee bijzondere stenen in de buurt waar een monnik ongeveer tweeduizend jaar
geleden enkele teksten heeft gebeiteld. Hij vraagt ons of we interesse om te gaan kijken. Vier van ons gaan
laat in de middag als de regen is gestopt de stenen bezoeken. Het zijn twee enorme platte stenen van wel
tien meter breed en enkele meters hoog die rug aan rug staan. Aan de binnenkant staan de teksten gebeiteld.
Als je niet te breed bent pas je er net tussen. Als ik tegen Onechu zeg dat als je moe bent je alleen maar naar
deze stenen hoeft te gaan om weer wat energie te krijgen zegt hij dat bij de steen gaan zitten en een beetje
lezen of mediteren je inderdaad weer energie kan geven. Lange dagen zitten er voor ons niet in, acht uur
bedtijd.

zaterdag 5 mei Kothe – Tangnag

Een rustig stijgend pad en lichte regen zijn de ingrediënten voor vandaag. Volgens Onchu zouden we na
ongeveer een uurtje een klein kloostertje tegenkomen. We geven als groep aan dat we daar dan onze eerste
pauze willen hebben. Na een uurtje vragen we Onchu hoever het kloostertje nog is: “nog 20 minuten”.
Wanneer we twintig minuten later nog maar eens vragen hoever het nog is, is het antwoord: “nog een half
uur”. Tijden zeggen onze hoofdgids niet zoveel. We introduceren nu een term binnen de groep: “Een Onchu
half uurtje”. Dus een half uurtje wat in feite van alles kan zijn. Na tweeëneenhalf uur komen we eindelijk aan
bij een lief klein kloostertje. Het bevind zich gedeeltelijk onder een overhangende rots waar een gebouwtje
tegen is opgetrokken. Het kloostertje wordt bewoond door één monnik die vandaag niet thuis is, waarschijnlijk
boodschappen doen in Tangnag. We genieten binnen van de lunch want gasten zijn altijd welkom in zijn huis.
Dit is een erg bijzondere oude spirituele plaats net als de twee stenen. Na het bezoek aan het kloostertje is
voor mij het behalen van de top niet langer het belangrijkste doel van de vakantie. Dat is het bezoek aan dit
kloostertje geweest. Er resteren ons nog dertig minuten tot het kamp. ’s Avonds geeft Frans aan dat hij zich
niet sterk genoeg voelt om verder te gaan. Hij wil de volgende dag onder begeleiding afdalen naar Lukla en
dan terug naar Kathmandu. Morgen begint het serieuze werk als we naar Khara, Mera Peak base camp, gaan
op ongeveer 5000 meter.

zondag 6 mei .. maandag 7 mei, Tangnag – Khare base camp

’s Morgens is Frans niet van gedachten veranderd. Hij heeft definitief besloten om af te dalen naar Lukla en
dan terug te vliegen naar Kathmandu. Nu moeten we zien te regelen dat Frans onder begeleiding de tocht
naar Lukla kan maken. We hebben goed nagedacht over allerlei situaties die zich kunnen voordoen en
geprobeerd hiervoor mogelijke oplossingen op voorhand te bepalen. We hebben serieus rekening gehouden
met de mogelijkheid dat op de topdag we mogelijk niet als aaneengesloten groep kunnen klimmen. Daarom
hebben we om een extra gids gevraagd zodat we eventueel gesplitst de klim kunnen voltooien. In geval van
problemen kan de toppoging worden afgebroken en onder begeleiding van een gids afgedaald worden. Een
mogelijk terugkeren voor het bereiken van het hoogste kamp is eigenlijk van tevoren bij niemand opgekomen.
Frans zal onder begeleiding van één van onze dragers afdalen. De beste man is prima in staat om Frans op
het gewenste pad te houden maar hij spreekt geen woord Engels. Na het afscheid nemen van Frans
beginnen we aan onze klim naar Khare base camp op ruim 5000 meter. De eerste paar uur zijn een
gemoedelijke klim en we genieten van de zesduizenders die ons omringen. Het venijn zit hem vandaag in de
staart. Na een uitgebreide pauze volgt een zeer pittige klim die ons naar het kamp zal brengen. Het is nu echt
puffen geblazen. Het heeft regelmatig gesneeuwd zodat we het laatste deel door de sneeuw lopen. Ook in dit
kamp hebben we de luxe van het slapen in een lodge. Dit is een stuk aangenamer en warmer dan in een
tentje. Het is de laatste dagen steevast dat het ’s morgens prima weer is en ’s middags de bewolking met de
nodige neerslag de overhand krijgt zodat we niet in de zon kunnen nagenieten. Dit is vandaag helaas ook het
geval. We raken al aardig ingeburgerd want ook wij zitten nu net als onze dragers en gidsen bij de kachel om
onszelf een beetje warm te houden. En dit voor het luttele bedrag van 200 roepies, ongeveer 2 euro, per
persoon. Als je het in deze omstandigheden eenmaal koud hebt is het erg moeilijk om het weer een beetje
warm te krijgen. Niet voor niets is het maken van een vuurtje één van de belangrijkste taken die je hebt in een
overlevingssituatie. Warmte is goed voor het moreel. Overdag is het rond het vriespunt en ’s nachts vriest het
al licht. Morgen hebben eindelijk weer een ouderwetste rustdag, iets waar we eigenlijk wel weer aan toe zijn.

Aan de hemel is nauwelijks een wolkje te bekennen en de zon schijnt al volop in de vroege morgen. Heerlijk
ontbijten buiten aan een grote houten tafel met dons jas aan en muts op. Als we overnachten in lodges
ontbijten we van de kaart. De kaart is min of meer hetzelfde voor elke lodge dus je eet eigenlijk iedere morgen
bijna hetzelfde. Voor mij is het standaard Tibetaans brood met gebakken eieren om de dag te beginnen. Als
we in alle rust aan het ontbijten zijn worden er vijf lunchpakketjes gebracht. We zullen vandaag een
acclimatisatietochtje gaan maken. We vragen direct wanneer we weer terug zullen zijn: “rond vier uur
vanmiddag” is het antwoord. En we hadden toch een rustdag?
Het is de bedoeling dat we vandaag naar de gletsjer lopen op ongeveer 5300 meter om daar wat oefeningen
te doen. Onchu wil graag met eigen ogen aanschouwen hoe we ons in het terrein weten te redden. We lopen
vandaag op onze kunststof schoenen die we het resterende deel van de klim zullen dragen. De schoenen
lopen prima maar je hebt veel minder gevoel hoe je voeten staan dus het is wel wat wennen. Na enkele uren
lopen vragen we wanneer we op de gletsjer zijn want we vinden het eigenlijk wel welletjes geweest voor
vandaag. We krijgen echter geen duidelijk beeld van het resterende stukje klimmen tot de gletsjer. Tenslotte
hebben we het na ongeveer drie uur wel gehad en geven we aan dat het genoeg is voor vandaag. Voor een
rustdag kost dit eigenlijk te veel energie. De plaats waar we stoppen heeft prima mogelijkheden om te
oefenen in het beklimmen van een redelijk stijl sneeuwveld met stijgijzers en stijgklemmen. Er wordt een touw
uitgehangen waaraan we één voor één abseilen naar beneden. Vervolgens mogen we laten zien dat we met
stijgijzers en stijgklem ook weer de weg naar boven kunnen afleggen. Een paar uur lekker oefenen in de
sneeuw. Als we weer terug zijn in Khare hebben we er een redelijk lange rustdag opzitten. Ik heb het gevoel
dat ik vandaag eigenlijk te veel energie heb verspeeld en dit wel eens een beetje te veel kan zijn geweest. We
zullen het zien. ’s Avonds vinden we weer onze hangplek bij de kachel.

dinsdag 8 mei, Khare base camp – Mera La

Ontbijt buiten in de zon en daarna vol goede moed op pad naar Mera La. We lopen over hetzelfde pad dat we
gisteren hebben gelopen en arriveren uiteindelijk op de gletsjer waar oorspronkelijk gepland stond oefeningen
te doen. Dit was nog een aanzienlijk stuk verder dan waar we gisteren gestopt waren. Blij dat we hier niet
naar toe zijn gelopen. Vandaag een wat sombere dag met veel mist en nevel. Je merkt meteen dat als de zon
wegvalt het een stuk kouder aanvoelt. Op de gletsjer gaan de klimgordels en stijgijzers aan en vervolgen we
de klim aan het touw. We lopen regelmatig langs enorme scheuren in de gletsjer waar je niet in moet vallen.
Het merendeel van de klim voor vandaag zit er al op. Het kamp ligt in een kommetje wat voor vandaag een
korte steile afdaling betekent en morgen een pittige klim als start. Lunchen doen we buiten compleet met
handschoenen. De tentjes worden voor ons opgezet en de rest van de dag lig je in je tentje te rusten en
relaxen. Voor de inwendige mens wordt goed gezorgd. Nu begint het echt op klimmen te lijken. Overnachten
in een tentje in de sneeuw op 5300 meter op een berg.

woensdag 9 mei, Mera La – High Camp – Mera Peak

Ik sta ’s morgens op en ben moe, te moe naar mijn zin. Sterker nog, ik voel me te slecht en overweeg
eigenlijk het hier bij te laten. Als ik aangeef bij Onchu dat ik misschien wel wil stoppen adviseert hij eerst rustig
te ontbijten en dan verder te zien. Inderdaad krijg ik wat frisse moed na het ontbijt en besluit toch verder mee
te gaan naar High Camp. Als we klaar zijn met het ontbijt vragen we of we al aan mogen lopen. We zijn
redelijk snel in ons voorbereiden ’s morgens en meestal moeten we wachten op onze crew. Het is prima als
we als touwgroep alvast op pad gaan maar we worden wel gemaand het rustig aan te doen. Ruud leidt ons
als touwleider uit de kom. Zoals verwacht kost dit al aardig wat energie en zeetdruppeltjes op de vroege
morgen. Als we uit de kom zijn geklommen loopt de gletsjer verder heel geleidelijk naar High Camp. Ik kan
m’n stijgijzers vandaag wel vervloeken. Het zijn technische stijgijzers speciaal geschikt voor het ijsklimmen.
Bij iedere pas die ik maak in de sneeuw blijft er een klomp sneeuw plakken. Het klimmen op deze hoogte is al
inspannend genoeg zonder het plakken van kilo’s sneeuw die je bij iedere pas meezeult. Vandaag hebben we
weinig uitzicht zodat we ons eigenlijk niet kunnen focussen op het einddoel van vandaag. High Camp is een
smalle rotsband waar een aantal tentjes kunnen staan. Je moet wel goed zoeken naar een vlak stukje waar
het tentje opgezet kan worden. Natuurlijk moet je goed oppassen waar je loopt, zeker als je ’s nachts eruit
moet. Het is een vrolijk kamp met talloze gebedsvlaggetjes De zon is weg en het is koud. Lunchen doen we
nog buiten maar de rest van de dag brengen we door in het tentje. Vannacht rond twee uur zullen we een
toppoging wagen op de Mera Peak. Christjan en Colin besluiten ’s middags al om verder geen toppoging te
doen, het is mooi geweest. Ruud is vandaag m’n tentgenoot en rond middernacht beginnen we met het rustig
klaarmaken voor de klim. Als ik in alle rust begin met het aantrekken van mijn kunststof schoenen merk ik wel
dat het niet echt gemakkelijk gaat. Ik moet erg goed nadenken bij alles wat ik doe. Ook lijkt alles erg traag te
verlopen. Ruud vraagt op een gegeven moment of ik nog wel weet waar ik mee bezig ben. Ik geef aan dat dit
eigenlijk niet echt het geval meer is en beter niet mee kan gaan voor de toppoging. Later hoor ik van Ruud dat
ik die nacht op zoek was naar het bandje van m’n hartslagmeter. Erg interessant aangezien ik helemaal geen
hartslagmeter bij had en dus ook geen bandje van een hartslagmeter. Snel weer de slaapzak in. Ik ben nog
half wakker als Ruud enkele uren later terug in de tent kruipt. Hij vertelt dat de omstandigheden te zwaar en
slecht waren en dat hij en Jan na enkele uren zijn omgedraaid.

donderdag 10 mei, High Camp – Khare base camp

Het is ochtend en ik ben moe, ontzettend moe. Iedere inspanning die ik doe is te veel en na elke stap die ik
maak ben ik doodop. Het gaat duidelijk niet goed. We moeten vandaag wel een lange afdaling maken die ons
weer in Khare base camp gaat brengen. Met stijgijzers lopen zie ik helemaal niet zitten omdat dit veel te veel
energie gaat kosten die ik ook niet meer heb. Ik vraag daarom aan Onchu of het goed is als ik zonder
stijgijzers afdaal. Hij vindt dit prima omdat we door de sneeuw afdalen en niet over blank ijs. Ik probeer me
mentaal voor te bereiden op een erg lange dag. Het aantal pauzes dat ik nodig heb volgen elkaar snel op.
Steeds weer een beetje eten en drinken om toch een beetje op de been te blijven. Nadat ik al een paar keer
vrolijk door m’n knieën ben gezakt neemt Onchu de rugzak over. Gelukkig gaat het vandaag naar beneden
wat toch minder energie kost dan klimmen. Maar de dag duurt lang, heel erg lang. We passeren Mera La en
vervolgen onze tocht naar Khare. Aan het einde van de gletsjer binden we uit. Nu lopen we weer over een
pad met sneeuw. Omdat ik meer aan het zwalken ben dan lopen houd ik de klimgordel aan en blijft Onchu mij
aan een kort touw zekeren. Er komt een moment dat er steeds meer misstapjes worden gemaakt over het
gladde besneeuwde rots pad. Ruud gaat daarom voor mij lopen waarbij ik steeds mijn voeten tegen de zijne
kan aanzetten als stootblokken. Op deze manier lopen we uren heel langzaam naar beneden. Als het pad
weer beter begaanbaar wordt en de stijgijzers uit kunnen lopen Colin en Christjan vooruit om voor mij de
slaapzak in gereedheid te brengen. Bij aankomst in Khare doe ik niets meer dan in m’n slaapzak kruipen want
ik ben totaal gesloopt. Hopelijk weet ik vannacht voldoende te herstellen om morgen weer verder af te dalen.
De dagen zijn langer tijdens de afdaling omdat we nu meestal een kamp overslaan. Over drie dagen moeten
we weer in Lukla zijn.

vrijdag 11 mei, Khare base camp – Khote

Vandaag verlaten we de sneeuw en gaan we weer langzaam richting het begroeide deel van de berg. Een
redelijk lange tocht met een geleidelijke afdaling naar Khote. Als we ons ’s morgens aan het gereed maken
zijn horen we dat we het vandaag met één drager minder moeten doen. Onze Nepalese vrienden hebben ’s
avonds nog een feestje gehad waarbij één van de dragers iets te veel aan Bacchus geofferd heeft en niet
echt meer in staat is om iets naar beneden te dragen. Alle bagage wordt dus onder onze resterende dragers
verdeeld. Een goede nachtrust heeft me goed gedaan en vandaag mag verder geen probleem zijn. Onderweg
van Khare naar Tangnag komen we langs het pad een drager of gids tegen waarmee het echt niet goed gaat.
Onchu praat even met hem en we lopen daarna weer rustig verder. We merken wel aan Onchu dat hij zich
zorgen lijkt te maken om de man. Het pad kun je niet missen en we geven aan dat wat ons betreft hij bij de in
problemen verkerende gids of drager kan blijven en we op eigen houtje rustig verder lopen. Halverwege ligt
een mooi vlak stukje zand en we refereren onmiddellijk aan het zandje in de Kampina waar altijd getraind
wordt. Even krijgen we het stoutmoedige idee om wat te gaan hardlopen op het zandje, héél even maar.
Tangnag betekent rust en lunch. Hier ontmoeten we een groep klimmers bewapend met allerlei muziek
instrumenten. De groep muzikanten gaat voor het goede doel, het bouwen van een weeshuis in Nepal, de
Mera Peak beklimmen en dan op de top muziek maken. De organisatie had het wereld record “muziek maken
op hoogte” in handen toen ze op de Kalapattar muziek aan het maken waren. Het record is verbroken en
moet weer terug komen. Deze keer met muziek maken op de Mera Peak. De leider van de groep wil in de
toekomst op de top van de Mount Everest muziek maken. Hij geeft wel aan dat het dan een instrument moet
zijn dat je met hele dikke handschoenen aan kunt bespelen. We bezoeken ook weer het kloostertje op de
berg. Deze keer is de monnik wel thuis en we worden getrakteerd op een korte ceremonie. Een paar uurtjes
later zijn we weer in Khote.

zaterdag 12 mei, Khote – Chetarwa

We zijn net een paar minuten op weg als we een verloren Amerikaan, David Gruber, tegen komen. Hij is
eveneens uit Khote vertrokken maar is z’n gids al snel kwijtgeraakt. Hij vraagt of we het goed vinden als hij
met ons meeloopt. Prima. Onderweg vertelt hij honderduit. Hij is eigenaar van een kleine firma
gespecialiseerd in het filmen van water opnames met speciaal ontwikkelde gestabiliseerde camera’s. Ze
hebben onder andere filmwerk verricht voor diverse James Bond films. Op uitnodiging van National
Geographic is hij hier om foto’s te maken en te filmen samen met een groep wetenschappers die onderzoek
doen naar de invloed van aardverschuivingen op de hoger gelegen meertjes en het ecologisch systeem. Ook
wordt er onderzoek gedaan naar hoe de lokale bevolking duurzaam gebruik kan maken van de leefomgeving.
Onze Amerikaan loopt wel rond met een vrouwelijke Barbiepop aan zijn rugzak. Een kennis werkt bij de
marketing afdeling van Mattel en ze gaan misschien wel een “trekking Barbie” uitbrengen. Op zoek naar
inspiratie. Onderweg komen we de gids van David weer tegen maar hij blijft voor de gezelligheid met ons
lopen. Nepalees vlak krijgen voor de tweede keer deze vakantie voor onze kiezen. Uren lang stevig klimmen
of dalen en nergens een vlak stukje. Het weer zit vandaag echt niet mee en we moeten regelmatig de
regenjas aandoen. De lunch gebruiken we in de Doma Lodge waar we op de heenweg overnacht hebben.
Morgen gaan we over een pas van ruim 4000 meter en vandaag krijgen we al een deel van de klim te
verwerken. Als de temperatuur weer onder het vriespunt komt gaat de regen over in hagel. Je voelt het goed
als de wind de hagelkorrels in je gezicht blaast. Een goed begaanbaar pad wordt door de flinke hoeveelheid
hagel en vrieskou glad en gevaarlijk. Voorzichtigheid is geboden. Chetarwa heeft een enorme hut die doet
denken aan een hut in de Alpen. Van een dag lopen in de regen en hagel krijg je het behoorlijk koud. Hier
kunnen we gelukkig weer genieten van een gratis kachel. We veranderen de eetzaal in een grote droogruimte
als we alles wat enigszins nat is rondom de kachel aan het plafond hangen. Morgen alweer de laatste dag
wandelen.

zondag 13 mei, Chetarwa – Lukla

Het laatste loodje naar Lukla maar eerst de pas over. Dus bij aanvang mag de grote motor aan en is het flink
puffen. Op de met gebedsvlaggetjes versierde pas mogen we uitblazen. De hagel en sneeuw zorgt voor een
pittige afdaling van een aantal uren. Ik draag gelukkig een paar zware bergschoenen waar ik de stijgijzers
onder kan binden. Dit scheelt een hoop. Ook doen we de klimgordels aan en gaan we aan het touw terwijl we
over een pad afdalen. Zo zie je dat omstandigheden veel moeilijker en gevaarlijker kunnen worden in de
bergen. Als we in Khartang aankomen hebben we het lastige deel van de afdaling achter de rug. Een
landschap van slechts rotsen en steen met hier en daar wat mos gaat nu weer over in begroeiing. Er zijn al
heel wat uurtjes voorbij gegaan en er zullen er nog een aantal volgen alvorens we de pannen erop kunnen
gooien in Lukla. In Khartang genieten we van onze laatste lunch op de berg. De lengte van de tocht ga je na
loop van tijd wel voelen in je benen. Als we eenmaal Chutanga zijn gepasseerd is het eigenlijk rustig
uitwandelen naar Lukla. Slechts een paar honderd hoogtemeters dalen resteren. De dag is lang en de groep
valt langzaam uit elkaar als iedereen op een eigen tempo gaat lopen. Ik krijg het nog wel voor elkaar om op
een gammel bruggetje met één been uit te schieten in een spleet zodat ik vrij hulpeloos vast kom te zitten.
Met enige hulp kom ik weer op beide benen terecht en de schade valt mee. Eindelijk, we zijn er, Lukla. Dit
wordt gevierd met een heerlijk koud biertje.
Een bezoek aan een boeddhistisch klooster stellen we uit tot morgen vroeg. In de twintig extra minuten lopen
en weer terug hebben we helemaal geen zin meer. Liever morgen een uurtje eerder opstaan en voor het
ontbijt even langsgaan. Vandaag verheugen we ons op een wasbeurt die we al twee weken hebben ontbeert.
De douche zorgt wel nog voor een zakelijk dispuut tussen ons en de lodge eigenaar. Wij als Nederlanders zijn
van mening dat bij een kamer met douche de kosten van het douchen, lees gebruik van heet water, bij de
prijs is inbegrepen. In Nepal worden hiervoor extra kosten in rekening gebracht. Dit meningsverschil wordt in
ons voordeel beslecht. ’s Avonds vertoeven we in een pool café en liggen voor de verandering niet om acht
uur op bed.

maandag 14 mei .. dinsdag 15 mei, Lukla – Kathmandu

Op tijd opstaan om samen met Onchu en Kami het boeddhistisch klooster te bezoeken. Een kleine tien
minuten en we zijn er. Tsja, tijden. Onze schoenen gaan uit en we nemen rustig plaats terwijl jonge monniken
les lijken te krijgen. Gisteren hadden we afscheid genomen van onze dragers maar vandaag zijn ze er
allemaal weer om voor de laatste keer onze plunje balen naar het vliegveld te dragen. Dankbaarheid voor een
welgemeende fooi die we gisteren hebben gegeven. En ook vandaag mogen wat extra’s aftikken omdat we te
zwaar zijn. Vervolgens wachten op het toestel van Agni Air. Het wachten duurt langer dan gepland maar dat
zijn we zo langzamerhand wel gewend. Maar dan sijpelt langzaam het nieuws binnen dat er iets mis is. Enige
tijd later bevestigd Kami dat ons toestel is verongelukt en dat er dodelijke slachtoffers te betreuren zijn. Bij
een go-around op het vliegveld van Jomsom heeft een vleugel de berg geraakt en is neergestort. Dertien
Indiase toeristen en de twee vliegers zullen het ongeluk niet overleven. Onze tickets worden omgeboekt naar
een andere maatschappij want we willen wel graag vandaag terug naar Kathmandu. Uren later zijn we nog
niet vertrokken; het weer wil niet meewerken. Vandaag gaat het niet meer lukken. We verkassen naar een
eenvoudig hotel tegenover het vliegveld zodat we morgen niet zo ver hoeven te lopen met onze bagage. De
rest van de dag wandelen we wat rond in Lukla en proberen de tijd een beetje te doden. Het was fijn op de
berg maar nu verlang je er weer naar om naar de bewoonde wereld te gaan.
Ik maak me een dag later geen zorgen om de vlucht terug maar Ruud vertelt dat hij een jonge dame
schietgebedjes had zien maken op de vlucht terug. Op Kathmandu Airport is het even onduidelijk waar een
deel van onze spullen zijn die met een tweede vlucht zijn meegekomen. De rust die de berg bracht gaat over
in de onrust van Kathmandu, toet toet. In de lounge van het hotel horen we plotseling een wel heel bekende
Nederlandse stem. Het is Frans. We zijn weer compleet. Frans heeft na z’n afdaling een aantal dagen in
Lukla doorgebracht omdat het weer het niet toeliet te vliegen. Hij heeft in Lukla via Asian Heritage een korte
trekking geboekt waarmee hij zich prima vermaakt heeft. ’s Middags gaan we op bezoek bij Nature Trail. We
wisselen onze ervaringen uit met Bishnu. Hij nodigt ons uit om een avond met hem en zijn vrouw te gaan
dineren. Nepal bestaat uit meer dan alleen bergen. Het land heeft ook cultuur historisch veel te bieden. Er
wordt voor ons een anderhalve dag durende cultuur trip georganiseerd. In de namiddag bezoeken we de
“Garden of Dreams”, een prachtige tuin in het centrum van Kathmandu. Het is bij uitstek een plaats waar
verliefde stelletjes in alle rust van elkaar kunnen genieten. Zes relaxende klimmers vallen hier misschien wel
een beetje uit de toon.

woensdag 16 mei .. donderdag 17 mei, Sightseeing Kathmandu

Vijfendertig graden is weer wat anders dan min vijftien graden hoog op de berg. Vandaag met minibus,
chauffeur en stadsgids op pad. Onze stadsgids vertelt onderweg over de geschiedenis en cultuur historie van
Nepal. We bezoeken als eerste de Boudhanath stupa, één van de grootste stupa’s ter wereld. Hier is ook een
schooltje gevestigd waar jongens en meisjes zich bekwamen in het maken van Mandala’s. Een precisie
werkje dat jaren kost om te leren. Het complex ademt veel rust uit. ’s Middags bezoeken we het
Hindoeïstische tempel complex Pashupatinath. Dit is een plaats waar nabestaanden hun geliefden
verbranden na de dood. Een vreemde gewaarwording om als toerist te kijken naar en foto’s te maken van het
verbranden aan de overkant van de rivier. Er staat nauwelijks water in de rivier en het lijkt meer op een
vuilnisbelt. Verder valt het op dat hier veel meer handelsgeest heerst dan op het Boeddhistisch tempel
complex. Verkopers proberen steeds allerlei waar aan je te slijten. De dag wordt afgesloten met het
bezichtigen van de Swayambhunath, ook wel apentempel genoemd. De tempel ligt op een heuvel vanwaar je
een schitterend uitzicht hebt over Kathmandu. Er zijn talloze winkeltjes waar allerlei souvenirs te koop zijn. De
opdringerige verkopers ontbreken hier. Jan krijgt ’s in de namiddag van het reisbureau in Nederland bericht
dat er de aankomende dagen allerlei stakingsacties plaatsvinden bij Air India. Er ontstaan wat kinkjes in de
kabel bij onze terugreis aankomende vrijdag. Er wordt getracht ons op een zo gunstig mogelijke wijze weer
naar huis te laten terugkeren.
Vanavond gezellig dineren met Bishnu en zijn vrouw. We hebben gekozen voor een traditioneel Nepalees
restaurant. Bij aankomst krijgen we allen een derde oog in de vorm van een rode stip op ons voorhoofd. Zitten
doen we op de grond in kleermakerszit. Het is wel wennen om enkele uren op de grond te zitten, de spieren
zijn dit niet echt gewend. Tijdens het diner genieten we ook van de Raski, rijstwijn. Een alcoholische
gedestilleerde drank die men vooral in Nepal en Tibet drink. Gisteren heeft onze gids ons nog verteld dat je
behoedzaam met deze drank moet omspringen. Vandaag genieten we met volle teugen van het drankje. Als
je het glaasje voor de rijstwijn omdraait geef je aan dat je genoeg hebt gehad. Zo niet dan wordt het glaasje
weer gevuld. Een aantal van ons blijft stug het glas niet omdraaien en de dame die inschenkt heeft er duidelijk
lol in dat we vrolijk blijven doordrinken. We zijn wel wat gewend en de uitwerking valt wel mee.

Op donderdag kom ik aan in de ontbijtzaal waar een stoel prachtig versierd is met gebedsvlaggetjes.
Ondergetekende is weer een jaartje ouder geworden en m’n klimmatjes hebben een stoel speciaal voor mij
versierd. De meeste winkels zijn vandaag gesloten want het is nationale protest en stakingsdag. Ook hier
heeft de bevolking niet meer het gevoel dat de overheid handelt in het belang van het volk. Als we op weg zijn
naar Bhaktapur zien we nauwelijks auto’s op de snelweg. Wel boze protesterende mensen. Overal staan
zwaarbewapende politieagenten en militairen. Er hangt een bepaalde spanning in de lucht. Maar de reis
verloopt vlotjes. Mensen gaan overal rustig aan de kant om ons erdoor te laten; toeristen wordt geen
strobreed in de weg gelegd. Men heeft in Nepal een speciaal systeem met nummerplaten. Een groene
nummerplaat is bedoelt voor een voertuig waarin alleen toeristen vervoerd mogen worden. Onze groene
nummerplaat zorgt dus voor een vlotte doorgang.
Bhaktapur is een historisch stadje waar je het gevoel hebt dat je eeuwen terug in de tijd bent gegaan. Kleine
straatjes met winkeltjes en schitterend cultureel erfgoed. Het is warm en na anderhalve dag van bezichtigen
vinden we het prima geweest. Een verkoper probeert een enorm kapmes aan ons te slijten. Het type dat door
de Ghurka’s wordt gedragen. Ongetwijfeld zouden we hiermee niet door de douane komen. We bedanken
dus vriendelijk.
Vooraan in de middag zijn we weer bij ons hotel. De rest van de dag vullen we met naar de kapper gaan en
souvenirs kopen. Met een laatste diner in Kathmandu vier ik me verjaardag en sluiten we de dag af. Morgen
gaan we weer naar huis.

vrijdag 18 mei .. zaterdag 19 mei, terug naar huis

Ons oorspronkelijke vliegschema is danig in de war gegooid. We vertrekken vroeg in de middag vanuit
Kathmandu naar Delhi. Daar zullen we ruim acht uur moeten wachten op de aansluitende vlucht naar
Frankfurt. Bishnu vergezelt ons naar de luchthaven en bij het afscheid krijgen we een witte gebedssjaal.
Douane, inchecken en enkele administratieve verplichtingen volgen. Het aantal controles blijft niet steken bij
één maar gelukkig duren ze geen van allen lang. In Delhi gaat Jan onderhandelingen in met een
vertegenwoordiger van Air India over hoe we gecompenseerd gaan worden voor het lange wachten. De inzet
is toegang tot een business lounge om de tijd uit te zitten. Air India heeft echter geen business lounge maar
we krijgen vrije toegang tot de sport bar waar we gratis van een natje en een droogje worden voorzien. Acht
uur wachten op een vliegveld is behoorlijk lang en we zijn blij als we kunnen vertrekken. Onze aansluitende
ICE verbinding vanuit Frankfurt missen we. Nieuwe kaartjes regelen en vervolgens per trein naar Eindhoven
waar we worden opgepikt. Voor het laatste stukje naar Boxtel. 51º35’28’’ N en 5º18’35’’ O, we zijn weer thuis.
Deze vakantie heeft nog een los eindje namelijk de extra kosten die we hebben gemaakt om vanuit Frankfurt
naar Eindhoven te komen. Jan is wekenlang bezig om Air India ertoe te bewegen ons schadeloos te stellen.
Ze lijken echter een vertragings-en ontmoedigingstactiek te volgen. Echter geen rekening houdende met een
vasthoudende Jan. Het laatste losse eindje kan na een aantal weken naar onze tevredenheid worden
afgesloten.

Tekst: Mark Wagenaars