‘s Ochtends half vijf op om de spullen in te pakken en om 6 uur de bus van Aguas Calientes (2100m) naar Machu Picchu (2430m) te nemen. Iedere 5 minuten vertrok een bus, de rit duurde ca. een half uur en ging constant via haarspeldbochten omhoog. Iedere paar minuten kwamen we een (lege) bus tegen die naar beneden ging, soms moesten we weer een stukje achteruit om de tegenligger mogelijkheid te geven om te passeren. Op de Machu Picchu aangekomen gingen we eerst naar de Waynu Picchu (2635m), de berg aan het einde van het complex om de drukte voor te zijn. Daar weer de papierwinkel van invullen van naam, etc. De klim was pittig, veel jongeren voor ons werden rap ingehaald, maar gezien de prachtige vergezichten op de Machu Picchu en omringende bergen zeker de moeite waard.
Terug op de Machu Picchu begon de rondleiding door Ricardo, onze gids. De conquistadores, de Spaanse veroveraars hebben Machu Picchu nooit kunnen vinden. Het is pas in 1911 ontdekt door de Amerikaanse professor Hiran Bingham die op zoek was naar de plaats waar naar toe de Inca’s waren gevlucht voor de conquistadores. Hij ontmoette een boer die hem vertelde over het bestaan van ruines op de top van Machu Picchu “de oude berg”. Een zoon van een andere boer bracht hem uiteindelijke naar de archeologische overblijfselen, 24 juli 1911 kwamen ze aan bij de “Koninklijke tombe” en de “… tempel” en uiteindelijk de “tempel van de drie ramen”. In 1912 organiseerde Hiran Bingham een nieuwe expeditie met een team van experts om het archeologisch onderzoek te starten. Veel vondsten zijn met Bingham mee naar de Yale Universiteit in New York gegaan. Het archeologisch onderzoek is later overgenomen door de Peruaanse overheid.
De Inca’s leefden in harmonie met de natuur. Dat beïnvloedde ook de vormgeving van Machu Picchu waar je in sommige vormen de contouren van enkele omliggende bergen kon ontdekken. Machu Picchu werd vroeger bewaakt vanuit de Waynu Picchu en het “huis van de bewakers” van waaruit de meeste overzichtsfoto’s van Machu Picchu zijn gemaakt. Machu Picchu bestond uit verschillende duidelijk herkenbare zones, waaronder de agrarische zones ter weerszijden van de Mach Picchu aangelegd op de bekende terrassen, de zone waar de “werklieden” woonden herkenbaar aan de eenvoudiger huizen (niet de stenen met hoge kwaliteit afwerking) en de zone waar de edelen woonden wat ommuurd was en ook de tempel omvatte. In vergelijking met de foto’s van Bingham uit 1912 lijkt er al veel gerestaureerd. Bij het verwijderen van de bomen, die dwars door de ruines groeiden, werd in het begin veel beschadigd. Dat proces is later verbeterd. In feite is alles dat van steen was onbeschadigd gevonden, alles dat van hout of stro was is door het oeroud verteerd. Enkele daken zijn later gereconstrueerd.
De bodem van Machu Picchu is constant in beweging en wordt zorgvuldig gecontroleerd met sensoren. De gevolgen zijn te zien bij enkele muren waar de stenen uiteen getrokken zijn. Hier en daar was nog te zien hoe de Inca’s de stenen maakten. Bij granieten rotsen maakten ze gebruik van al natuurlijk aanwezige lijnen. Daarin werd wol gepropt dat daarna vochtig werd gemaakt. Door het uitzetten van de wol, samen met aanbrengen van spieën, werd de rots via de natuurlijke lijnen gesplitst. De ruwe vorm werd eerst gemaakt door gebruik te maken van hardere steensoorten en later ook metalen werktuigen. Uiteindelijk werden de stenen gepolijst door stenen van gelijk materiaal over elkaar te schuren. Een en ander wordt goed uiteengezet in het Archeologisch Museum in Cuzco.
Bij de opgravingen zijn veel skeletten gevonden die niet begraven waren. Bij C14 leeftijdsbepaling bleek dat deze mogelijk waren van Inca’s die voor de conquistadores waren gevlucht en waarvoor bij overlijden de tijd ontbrak voor een ritueel begrafenis.
Aan alles komt een eind dus weer terug naar Aguas Calientes om een “Machu Pizza” te eten en aan de relaties te werken (inkopen te doen). ’s Avonds de bijna eindeloze treinreis, drie en een half uur, naar Cuzco waar we nu voor de derde keer aankwamen.