Half vijf opstaan want de bus vertrekt om zes uur. Onderweg nog even gestopt om naar de bergen met daarop gletsjers te kijken. Het werd de eerste stevige wandeling van de reis met eerst 1100m stijgen en daarna 1500m dalen, een goede oefening voor de Inca-trail enkele dagen later. Prachtige natuur. De start was in het dorpje Chinchera, een piepklein dorpje waar de mensen meteen uitliepen om de groep te aanschouwen en ook meteen hun koopwaar aanboden. Op het hoogste punt van het pad waren enkele Inca Monumenten, waar Ricardo een offer aan Pachamama “moeder aarde” bracht in de vorm van enkele lekkernijen en de groep een rituele dans (driemaal rond het monument) mocht uitvoeren.

Hoogtepunt van de wandeling was de ruïne van Huchuy Qosqo “kleine Cuzco”, weer indrukwekkend vormgegeven, dit keer in het bijzonder de trappen tussen de terrassen. Hier viel op dat voor het bovenste deel van de muren ook klei bouwstenen (Adobe) werd toegepast zoals ook nu nog de muren werden opgetrokken. Verder naar beneden werd gewerkt aan het opgraven van nog een complex; er lijkt nog veel in de grond te zitten.

Einde van de wandeling (afdeling waar je de hele tijd zigzaggend naar beneden liep met steeds uitzicht op een brug die aanvankelijk maar niet dichterbij leek te komen) was in het dorpje Lamay, vandaar met de bus naar het hotel in Yucay, douchen, eten en weer naar bed.